Hoe voed ik mijn kind bewust op met kennis over ras, huidskleuren en racisme?

Hoe voed ik mijn kind bewust op met kennis over ras, huidskleuren en racisme?

‘Zij lijkt op een aap’. Ik kan het me nog goed herinneren. Ik werkte op een groep met kinderen van zes tot twaalf jaar en er kwam een nieuw meisje. De groep was voorheen altijd volledig wit en Nederlands en nu kwam er een Nederlands-Congolees meisje op de groep. Nadat zij zich voorstelde maakte één van de kinderen de opmerking. Ik had op dat moment zo graag gewild dat ze de moed had gehad om uit te spreken wat het met haar deed. In plaats daarvan klapte ze dicht en rende ze naar de gang.

Nu ik erover nadenk vind ik het vreemd dat ik toen alleen gehoopt had dat zij zich kon verweren. Begrijp me niet verkeerd, tuurlijk is dat ook belangrijk. Maar is het niet nét zo belangrijk dat je een opmerking als ‘zij lijkt op een aap’ niet maakt. Omdat je geleerd hebt dat het kwetsend is en dat het meer zegt over je eigen tekort aan kennis dan over de ander. En is het niet nét zo belangrijk dat je geleerd hebt dat je huidskleuren natuurlijk wél mag zien maar dat je op basis daarvan iemand niet uitscheldt of volgens jou eigen vooroordelen gaat behandelen?

Begin zo vroeg mogelijk

Driejarigen krijgen al te maken met raciale verschillen, micro agressies en racisme. Kinderen vanaf 6 maanden zien namelijk al kleur. Zij zien dat iemand een bruine of beige huidskleur heeft. Op basis van deze huidskleur hebben zij echter nog geen vooroordelen opgebouwd en dus behandelen zij mensen (nog) niet anders op basis van kleur. Met gemiddeld 5 jaar verandert dit. Witte kinderen kiezen dan eerder een ander wit speelmaatje. Terwijl dit bij zwarte kinderen niet het geval is.

Uit onder andere de klassieke poppentest (Clark & Clark) blijkt daarnaast dat kinderen vanaf ongeveer 4/5 jaar witte mensen een hogere, betere en mooiere status toe kennen dan mensen van kleur. Ook blijkt dat vijfjarigen al grotendeels dezelfde opvattingen hebben als hun ouders. Daarom is het belangrijk om je kind al zo vroeg mogelijk in aanraking te brengen met bepaalde begrippen en concepten die aan de basis liggen. Leer je kind daarom zo vroeg mogelijk over de verschillende huidskleuren, ongelijkheid, discriminatie en racisme.

Toelichting

  • Micro agressies: korte en alledaagse opmerkingen en gedragingen die beledigende en negatieve vooroordelen overbrengen. Bijvoorbeeld een zwarte man die gevolgd wordt in de winkel. Of een Aziatische man vragen of hij ook zo goed kan rekenen of verwachten dat een vrouw van koken houdt.

Sluit aan bij wat je kind weet

Het belang van het aansluiten op wat je kind al weet is dat het gemakkelijker blijft hangen. Mensen leren het prettigst op basis van associaties. Gemiddelde driejarigen zijn geïnteresseerd in het leren van kleuren. Dit is één van de punten waar je op aan kunt sluiten. Als ze de basiskleuren kennen kun je ze vertellen dat het ‘huidkleurige’ krijtje niet op alle huidskleuren lijkt. Vertel ze dan gelijk dat ze dit krijtje het 'zalmkleurige' of 'beige' krijtje moeten noemen. Je kunt ze ook al vertellen dat ze een bruine huidskleur hebben maar toch een zwart kind zijn. Of dat ze een beige huidskleur hebben maar toch wit zijn en dat er mensen bestaan met een andere huidskleur. Als ze wat ouder zijn kun je ze uitleggen dat 'blank' een woord is dat sommige mensen nog wel zeggen maar dat wit eigenlijk netter en gepaster is en waarom.

Vertel ze over de huidskleuren van vriendjes/vriendinnetjes, neefjes/nichtjes en overige familieleden. En als iemand uit de omgeving een andere huidskleur heeft dan is dat ook een mooi punt om te bespreken. Begin bij wat het kind al kent en weet. Ze hoeven nog niet alles te begrijpen, dat doen ze namelijk ook niet wanneer jij ‘traktor’ voor de eerste keer uitlegt. Het gaat erom dat jij het gesprek start en aansluit bij wat ze op dat moment al weten of aan het leren zijn. Naarmate ze ouder worden kun je er meer aan toevoegen. Om ingewikkelde concepten als ‘racisme’ op latere leeftijd te kunnen begrijpen is het belangrijk dat kinderen onder andere begrippen als ‘pesten’ en ‘(on)gelijkheid’ kennen. Daarom is het belangrijk om goed na te denken over wat de basis is en wat je kind al weet.

Toelichting:

  • Waarom wit in plaats van blank? De betekenis van blank is volgens het woordenboek onder andere: rein, onbevlekt, puur, heilig, in tegenstelling tot n-woord. Wit is een neutralere term die niet aangeeft dat iemand boven de ander staat, positiever, reiner en puurder is in tegenstelling tot anderen.

Bereid meerdere gesprekken voor

Geef je kind de tijd om het te leren en te begrijpen door het in hapklare brokken te bespreken en door wat je vorige keren besproken hebt weer te herhalen. Verwacht niet dat je kind het na één gesprek snapt, dit deed jij vast ook niet. Wanneer jullie samen tv kijken bespreek wat je ziet en koppel het aan wat er al besproken is. Op die manier werk je met je kind aan het begrijpen van de concepten, woorden en gebeurtenissen.

Denk na over jouw eigen relatie tot…

Jij bent het beginpunt en bepaald het resultaat en succes. Wat is jouw eigen relatie en ervaring met ras, huidskleur, haarstructuur, discriminatie en racisme. Hoe omschrijf jij jouw identiteit? Waar voel jij je met betrekking tot je identiteit en uiterlijk onzeker over en waar komt dit vandaan? Welke termen gebruik jij om mensen te omschrijven, hoe reageer je op mensen van jouw groep of juist van andere groepen? Neem de tijd en de ruimte om hierover na te denken. Maak aanpassingen waar nodig en denk na over de gedachtes die jij jouw kind wel én niet wilt meegeven. Wat zijn de dingen die je voor je zelf nog moet uitwerken en wie / wat kan je hiermee helpen? Door hierover na te denken voorkom je dat jouw bagage die van je kinderen wordt.

Breng je kind in aanraking met meerdere perspectieven

Door je kind kennis te laten maken met verschillende perspectieven maak je het voor je kind gemakkelijker om op een juiste manier met mensen om te gaan en je leert je kind om gevoelig en sensitief te zijn voor dingen die anders zijn.

Boeken zijn daarvoor een goede manier. Kies daarom voor diverse boeken, boeken die gaan over mensen uit je omgeving maar ook mensen verder weg uit je omgeving. Herkenbare situaties maar ook onbekende situaties. Als je een wit kind hebt, koop eens een boek over een zwarte heldin. Als je een zwart kind hebt, breng je kind in aanraking met positieve verhalen over zwarte mensen. Want de positieve verhalen over witte mensen zien ze als ze hun tv aandoen, schoolboeken openslaan of willekeurig tijdschrift lezen.

Films zijn daar ook een goede manier voor. Google welke films het beste bij welke onderwerpen passen en of ze recht doen aan het onderwerp waar het over gaat. Kijk samen met je kind en ga het gesprek aan over wat je kind ziet.

Evalueer je omgeving

Met wie of met wat kan jouw kind in aanraking komen? Dit is geen exacte wetenschap maar puur inschatten op basis van de buurt waar je woont, de populatie van de (voor)school van je kind, je woning, je vriendenkring, je familieleden. Wat voor mensen zijn er om je heen, lijken zij allemaal op jouw gezin? Is het enigzins een afspiegeling van de hele maatschappij? Wat is de opvatting van de mensen om je heen met betrekking tot ras, racisme, discriminatie, niet-westerse migranten etc. En hoe dragen zij deze opvattingen uit?

Wat ook belangrijk is dat je je kind helpt om oprechte relaties aan te gaan met mensen die niet op hen lijken met een andere achtergrond. Evalueer hiervoor de omgeving van je kind en je gezin. Lijkt iedereen in jouw kring op je kind of je gezin? Hoe kan jouw kind dan een kloppend wereldbeeld creëren? Hoe kan jouw kind zich dan inleven in iemand anders positie, ervaring, beleving en mening als het hier niet mee in aanraking komt. Als jij jouw kind een breder perspectief wilt meegeven en voorbereiden op een betere wereld dan is het belangrijk dat jouw kind deze bredere perspectieven ook kan ervaren. De beste manier om je kind bewust te maken van stereotypen en vooroordelen is door je kind oprechte relaties op te helpen bouwen met mensen die er anders uit zien dan je kind.

Ga de confrontatie aan

Als je in je omgeving merkt dat mensen dingen zeggen die niet overeenkomen met wat jij jouw kind wilt meegeven, leer jezelf dan om op een respectvolle manier de confrontatie aan te gaan. Dit kun je doen door bijvoorbeeld ‘hoe bedoel je?’ te zeggen of ‘kun je dit uitleggen?’. Hierdoor daag je mensen uit om écht na te denken over wat ze zeggen en er verantwoordelijkheid voor te nemen. Dit is een makkelijke manier die je ook je kind kunt aanleren. Je wilt dat je kind dit uiteindelijk ook respectvol doet, dus dan is dat wat je moet voordoen. Soms zullen emoties de overhand nemen en ook dat is prima, dan leg je dit achteraf aan je kind uit en hoe je het anders had kunnen oplossen.


Bescherm je kinderen

Kinderen ervaren de wereld in delen. ‘De hond blafte wild naar mij’ betekent voor kinderen (zonder hond) dat alle honden gevaarlijk zijn. Zij hebben volwassenen nodig om er een geheel van te maken. Onder andere het nieuws kan (met name jonge) kinderen een onveilig gevoel geven en hen angstig maken.

Dus als je samen het nieuws kijkt, voer er dan een gesprek over, kijk wat er besproken moet worden of genuanceerd moet worden en stel je kind hier vragen over.  Maak keuzes in waar je ze al wel aan wilt blootstellen en waar nog niet aan. Als ze ruzie hebben met een broertje of zusje ga je ook niet uitgebreid het gesprek aan over vergiffenis. Je laat ze het dan uitspreken, excuses aanbieden en ze gaan weer verder met hun leven. De kindvriendelijke versie van elkaar vergeven.

Bedenk ook wat belangrijk is voor je kind om te zien. Aan de ene kant is er een noodzaak om beelden te delen van mensen die hardhandig aangepakt worden door politie of zelfs vermoord worden. Aan de andere kant kan het met name bij kinderen (maar ook bij volwassenen) tot ongevoeligheid voor de beelden leiden, ze zien het zo vaak dus wordt het 'normaal'. En ook kan het tot angstaanvallen en nachtmerries leiden omdat kinderen tot gemiddeld 16 jaar de context nog minder begrijpen dan de gemiddelde volwassenen.

Dus neem de leiding in wat je kind wel en wat je kind niet mag zien. Met oudere kinderen kun je dit ook als een keuze bespreken, eerst leg je uit waarom jij het afraad en wat het met jou deed en vervolgens vraag je je kind of hij/zij het toch nog wilt zien. Het is ook belangrijk om te weten dat als jij er zelf veel last van ervaart dat het beter is dat jij jouw kind niet de keuze geeft. Je wilt namelijk ook dat als jouw kind er meer last van ervaart dan hij/zij van tevoren bedacht heeft dat je kind bij jou terecht kan met vragen en zorgen, boosheid en verdriet.

Leer je kind om verantwoordelijkheid te nemen

Kinderen kennen weinig schaamte, ze zeggen wat ze denken. Zo herkent elke volwassene wel het moment dat een kind een harde opmerking maakt over bijvoorbeeld een opvallend grote neus.  Kinderen zijn onbevangen en dat is ook niet het probleem. Het probleem zit hem vaak in dat ouders uit schaamte het kind tot stilte manen. Terwijl de ouder en de rest van de omgeving allemaal weten dat de persoon met de opvallend grote neus het gehoord heeft. In plaats van door de grond te zakken en je hoofd te begraven, kies ervoor om je kind uit te leggen dat het niet netjes is om zoiets te zeggen omdat het iemand kan kwetsen. En kijk hoe je kind het op een manier goed kan maken.

Kinderlijke onschuld begrijpen de meeste volwassenen maar door als ouder het er niet over te hebben leer je je kind het verkeerde gedrag aan. Zal je kind het dan niet meer doen? Vast wel. Het zit hem in de herhaling en je kind de tijd gunnen om te leren dat het niet netjes is, hoe ze het anders kunnen doen en hoe ze het kunnen oplossen. Een tweede keer wijs je gewoon op de vorige keer, ‘weet je nog vorige keer? Waarom was het niet netjes? Hoe ga je het goedmaken?’. Hierdoor leer je je kind om verantwoordelijkheid te nemen voor foutjes. Let er ook op dat als er gekozen wordt voor een excuses dat het een oprecht excuses is, ‘sorry dat jij je gekwetst voelt’ is absoluut niet hetzelfde als ‘sorry dat ik je uitgescholden heb, dat had ik niet moeten doen’.

Bescherm jezelf

Via social media en het nieuws krijg je veel informatie binnen. Deze informatie wordt niet voor je gefilterd en kan heftig binnen komen. Het leidt er bij veel volwassenen toe dat zij extra prikkelbaar zijn, verdriet en boosheid ervaren en niet per sé weten dat de beelden de oorzaak ervan zijn. Dus als je merkt dat je er niet tegen kunt, het is oké. Neem je rust, log uit, tv uit en focus op jezelf en je gezin. Maak tijd voor de positieve dingen en wanneer er weer ruimte in je hoofd is onderzoek dan wat jij kunt bijdragen aan de oplossing.

Gebruik de juiste termen

Om onderwerpen goed en duidelijk uit te leggen is het belangrijk dat je de beestjes bij hun naam noemt. Een 3-jarige hoef je nog niet uit te leggen over racisme. Maar je kunt het woord al wel een keer benoemen wanneer je verteld over dat mensen met een andere huidskleur anders behandeld worden. Dit is niet hetzelfde als pesten dus noem het dan ook niet zo.

Hoe omschrijf jij mensen? N-woord, blank, eskimo, koelie, bokoe, djoeka, indiaan? Onderzoek waarom dit geen juiste termen zijn en wat betere manieren zijn om iemand te omschrijven. Vraag jezelf ook af of afkomst of etniciteit ook belangrijk is voor wat je verteld. Vaak is dit een gewoonte waar we ons niet meer bewust van zijn.

Toelichting:

  • N-woord: een negatieve term om mensen met een donkerbruine huidskleur te omschrijven, benoem liever het land van herkomst.
  • Eskimo: een negatieve term om inheemse bevolking van Alaska en arctische regio’s te benoemen, kies liever voor de gangbaardere term ‘Inuit’.
  • koelie: een negatieve term om Surinamers met hun oorsprong in India te benoemen, het is beter om Hindoestaan te zeggen.
  • Bokoe: Een negatieve term om zwarte mensen van het continent Afrika te benoemen, het is beter om het land van oorsprong te noemen, bijv. de Congolees.
  • Djoeka: een negatieve term om zwarte mensen uit het binnenland van Suriname te noemen, benoem liever de naam van het volk; Saramaccaan, Aucaan of Ndjuka.
  • Indiaan: een negatieve term om de inheemse bevolking van de continenten noord- en Zuid-Amerika te benoemen, zeg liever inheemse bevolking van Noord- en/of Zuid-Amerika of noem de naam van het volk bijvoorbeeld Arowak, Maya’s, Cheyenne, Sioux.

Voor witte ouders

Het is fijn om in je omgeving mensen (van kleur) te hebben die je kunnen vertellen wat hun ervaring is. Echter is het ook belangrijk om te beseffen dat de ervaring van één iemand niet per sé zaligmakend is. Het is belangrijk dat je ook je eigen verantwoordelijkheid neemt in het onderzoeken van machtsverhoudingen, privileges en bijvoorbeeld institutioneel racisme. Hier bewust van zijn en veranderingen aanbrengen waar nodig is een ontzettend fijne en waardevolle bijdrage. Hierop kun je je taal en je houding aanpassen en dit kun je dan zowel bewust als onbewust meegeven aan je kinderen.

Ook wordt er door sommige mensen kleurenblindheid als optie genomen, kleurenblindheid is een gezegde waarmee men hoopt duidelijk te maken dat ze iedereen als gelijke zien. Hoe mooi het uitgangspunt ook is, gaat het totaal voorbij aan de werkelijkheid. Uit talloze voorbeelden blijkt dat mensen niet gelijk worden behandeld en door je ‘kleurenblind' te verklaren ga je niet alleen voorbij aan de eigenheid en identiteit van mensen maar geef je ook aan dat je de situatie niet snapt. Mensen van kleur willen dat je hun kleur ziet, ze willen alleen niet dat zij op basis van die kleur (naam, uiterlijk, afkomst) anders behandeld worden.

Antiracistisch opvoeden

Gesprekken over deze onderwerpen zijn niet makkelijk. En je moet er ook niet instappen met de gedachte dat je het met één á twee gesprekken wel uitgelegd hebt. Je voert de gesprekken om je kind te helpen begrijpen wat er in de wereld gebeurt en om je kind de keuze te geven om zich anders te gedragen. Deze gesprekken moeten door iedereen regelmatig gevoerd worden. Is het een permanente oplossing? Nee zeker niet, maar het is wat mij betreft een goed begin om de volgende generatie hier bewust van te maken.

Bekijk mijn masterclass



Over de schrijver
Mijn naam is Jillian Emanuels, ook wel bekend als De Instant Pedagoog. Inmiddels ben ik al ruim 14 jaar werkzaam als hulpverlener en heb ik mij gespecialiseerd in onderwerpen als racismegerelateerde ervaringen, antiracisme, antiracistisch opvoeden en antiracistisch lesgeven. Via Instagram deel ik met liefde mijn kennis en via mijn onregelmatige Very Important Parent nieuwsbrief. Ik vind het belangrijk om ouders en professionele opvoeders de handvatten te geven om moeilijke maar hoognodige gesprekken te leren voeden over de dagelijkse realiteit van racisme. Daarom heb ik hier een online cursus over ontwikkeld die ouders en opvoeders de juiste handvatten geeft om dit te kunnen doen. Ik schrijf artikelen, geef trainingen online maar ook binnen organisaties. Voel je vrij om contact op te nemen om te leren wat ik voor jou kan betekenen.
Reactie plaatsen

Online trainingen voor ouders en opvoeders

Opvoeden zonder vooroordelen

Over hoe je reageert op vooroordelen van je kind maar ook hoe je ervoor zorgt dat vooroordelen geuit door anderen zo min mogelijk effect hebben op je kind.

Help! Mijn kind wil liever wit zijn!

Over geïnternaliseerd racisme bij kinderen van kleur en hoe je een positief zelfbeeld stimuleert bij kinderen van kleur.

Meld je aan voor mijn nieuwsbrief

Op onregelmatige momenten stuur ik een interessante uitgebreide nieuwsbrief rond. Je blijft daarnaast op de hoogte rondom alles dat ik je te melden heb.